Over de auteur

De auteur: Frits BoschInterview met Frits Bosch naar aanleiding van zijn nieuwe boek Risico als Obsessie

Waarom heeft u dit boek geschreven?

“Bestuurders van pensioenfondsen worstelen met de samenstelling van de beleggingsportefeuille, de motor van het fonds. De ultieme uitdaging luidt om een goede verhouding te vinden tussen rendement en risico van de portefeuille. De beleggingsindustrie heeft een breed scala aan mogelijkheden in petto om dat voor mekaar te boksen. Helaas lukt dat niet altijd. Ik tracht met dit boek bestuurders van institutionele instellingen tegemoet te komen in hun worsteling.”

Hoe is de opbouw van dit boek?

“In eerste deel wordt ingegaan op het begrip “risico”. Vele filosofieën komen aan de orde, zoals van Gauss, Galton, Taleb, Knight, Bernstein, Keynes, Soros, Boender, Tinbergen en vele anderen. Vervolgens behandel ik mean reversion, de beleggingstheorie, beurscrises, asset liability management (ALM), portefeuilleconstructie, balansbeheer en risicobeheer. Ik heb de bestaande theorie willen toetsen en waar zinvol willen verbinden met de praktijk. Ik ben daar niet positief over. Het tweede deel van het boek ga ik in op de oorzaken van de crisis bij Nederlandse pensioenfondsen. Hoe konden ze een riante vermogenspositie in minder dan twee decennia zo verspelen? Hoe kon de dekkingsgraad van gemiddeld 230 terugvallen tot onder 100? Ik beoordeel de performances van asset categorieën, rendementen van pensioenfondsen, de structuur van de institutionele sector, de positie van ABP en eventuele opsplitsing daarvan, fiduciair beheer en passief beheer en de onderzoeksrapporten van Don, Frijns en Goudswaard.”

U zegt dat u afwijkende standpunten inneemt, hoezo?

“Een deel van mijn tijd heb ik gespendeerd aan de zin en mogelijk zinloosheid van de bekende beleggingstheorieën. Ik kom daar tot een aantal, ook voor mijzelf, opmerkelijke conclusies. Veel van datgene waar ons beleggingsbeleid op is gestoeld, waaronder ALM en FTK, is in basis terug te voeren tot de beleggingstheorie, genaamd CAPM. Deze theorie is zeer omstreden en heeft twijfelachtige modelveronderstellingen. Zelfs degene die aan de basis er van stond, Markowitz, behoort tot de critici. In ons land worden deze theorieën in stand gehouden door een beperkte elite, met alle desastreuse gevolgen van dien ten aanzien van de asset allocatie. Ik kom met alternatieven.”

Wat is de boodschap van uw boek?

“Ik heb diverse boodschappen, samengevat in 30 aanbevelingen voor institutionele bestuurders en 10 voor de toezichthouder. De bestuurder dient primair te worden gezien als een balansbeheer. In het verlengde daarvan dient hij of zij te zorgen voor toereikende rendementen bij acceptabele risico’s. De kenmerken van de portefeuille zijn: relatief simpel, transparant en gefocused maar goed gediversifieerd. De assets dienen ingedeeld te worden matching- en rendementscompartimenten, gericht op de doelstelling van het fonds. De portefeuille dient niet langer gegijzeld te worden door de lange doelstelling. Het is belangrijk te onderkennen dat het Financieel Toetsingskader, de deelnemers en de sponsor een geringe risicotolerantie bezitten. Allen hanteren een korte horizon voor het fonds. Ook de vermogensbeheerder richt zich op de korte termijn, wetend dat hij tegenwoordig amper drie jaar krijgt om outperformance capaciteiten te tonen. Een pensioenfonds heeft eigenlijk de karakteristieken van een soort klikfonds. Een dekkingsgraad boven 170 hoeft niet, een dekkingsgraad beneden 105 mag niet en willen we niet. een pensioenfonds is een risicomijdend instelling. Voor het beleggingsbeleid luidt daarom het devies “lang denken, kort managen”.”

Bent u somber gestemd over de Nederlandse pensioensector?

“Ik ben niet direct somber, want de ervaring leert dat koersen op den duur hun weg naar boven weten te vinden. Wanneer dat is, is in de handen van de goden, om met de geprezen Peter Bernstein te spreken. Maar er zijn wel een aantal grote zorgpunten. In de eerste plaats neemt de volatiliteit op financiële markten toe te nemen. Het zal lastiger worden een goed rendement te behalen, zonder overmatig risico te lopen. Ik ben er niet van overtuigd dat als er zich een nieuwe crisis voordoet onze fondsen nu wel voldoende gewapend zijn. Daar komt bij dat de institutionele regelgeving niet heeft voldaan en naar mijn mening ingrijpend aangepast dient te worden. Wederom ben ik er nog niet van overtuigd dat politici daarbij de juiste lijn te pakken hebben. Vervolgens zijn er de gevolgen van de ellende van de kredietcrisis die nog steeds niet geheel achter ons liggen. Denk aan de enorme schuldposities. Inflatie kan opdoemen en een flinke hap uit onze pensioenen nemen. Dan zijn er de problemen aan de zuidflank van Europa en een mogelijk uiteenvallen van de euro. Daar komt bij dat het systeem hier en daar pervers is, niet de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Vele Nederlanders denken nog dat hun pensioen zeventig procent van het laatste bruto salaris zal bedragen. Dat gaat niet lukken. Nu al vinden vele gepensioneerden dat hun pensioen tegenvallen. Dat aantal zal verder toenemen, want pensioenen zullen soberder worden zoals naar voren komt in onlangs gepubliceerde rapporten. Het is zonde dat we hardwerkende medeburgers helemaal op het einde van hun loopbaan zullen moeten teleurstellen.”